Europese beleggers kijken voor nieuws vooral naar de VS. Of het nu gaat om de ‘pending
home sales’, de ‘durable goods orders’ of de ‘Empire
State Manufacturing Survey’, elk nieuw cijfer zorgt direct voor heftige
koersbewegingen.
Belangrijke Europese gegevens over de stand van de economie worden ondertussen
schouderophalend genegeerd.
Of beter: werden genegeerd. Want nu de Amerikaanse economie wegglijdt,
en die van Europa aardig stand lijkt te houden, spellen beleggers opeens ook
de Europese persberichten.
Een tegenvallend macrocijfer uit Duitsland kan de beursdag al verpesten. Een
achteloze opmerking van een Europese centrale bankier kan de stemming op de
markt kan maken of breken.
Helaas komen met de nieuwe aandacht voor Europese cijfers ook de
tekortkomingen ervan naar voren. De hoeveelheid Europese gegevens is gering
en de kwaliteit is erg matig
Eurostat, het door financiële schandalen geplaagde statistische bureau van de
EU, is afhankelijk van de aanlevering van cijfers door de afzonderlijke
eurolanden, en is dus per definitie de traagste van Europa.
Vervolgens verstopt Eurostat deze gedateerde cijfers ook nog in een hermetisch
gesloten database achter het onvindbare webadres
'epp.eurostat.ec.europa.eu'.
Niet alleen beleggers hebben daar last van, ook de beleidsmakers van de
Europese Centrale Bank (ECB) rijden zonder actuele economische cijfers
geblinddoekt door de nacht. Vandaar dat de ECB zich al intensiever met de
dataverzameling is gaan bemoeien.
Op een speciaal congres over statistieken dat de ECB deze week organiseert,
beloofde ECB-president Jean-Claude Trichet dat hij deze inspanningen nog
verder op zal voeren.
In de tussentijd is er gelukkig toch een aantal cijfers waar de belegger zich
op kan concentreren. Z24 zet er zeven op een rij: (hyperlinks en actuele
stand in kader)
1.Inflatie. Het belangrijkste cijfer voor het rentebeleid van de ECB,
en dus van groot belang voor de beurs. Hogere inflatie betekent hogere rente
en lagere aandelenkoersen. De eerste schatting van de ‘Harmonised Index of
Consumer Price’ zoals de Europese prijsindex heet, komt vaak al op de
laatste dag van de maand naar buiten. Twee weken later volgt de tweede
raming, en de ‘kerninflatie’ (exclusief voeding, energie en tabak) waar de
ECB officieel geen, maar in de praktijk juist veel rekening mee houdt.
2.Yield curve. In goed Nederlands: de rentetermijnstructuur. Gaat de
lange rente omlaag, en de korte omhoog? Dan is dat slecht voor de
winstgevendheid van banken, die kort inlenen en lang uitlenen. Ook kan het
duiden op een afkoelende economie. Sinds juli 2007 publiceert de ECB iedere
dag een actuele yield curve.
3.Ifo-verwachtingen. Het onderzoeksbureau CESIfo uit München vraagt
Duitse ondernemers maandelijks naar de huidige situatie en hun
toekomstverwachtingen. Vooral het antwoord op die laatste vraag blijkt een
goede indicator voor de hele Europese economie te zijn. Voor de Nederlandse
economie is het zelfs een betere voorspeller dan het vertrouwen van eigen
ondernemers.
4.Inkoopmanagersindex. Europese inkoopmanagers in industrie wordt
gevraagd naar hun verwachtingen en de antwoorden worden samengevoegd tot een
index. Dit cijfer werd lange tijd min of meer genegeerd, maar de laatste
maanden reageert de beurs er heftig op.
5.Kredietverlening. Zolang Europese bedrijven nog eenvoudig aan geld
kunnen komen, zullen de gevolgen van de kredietcrisis meevallen. De ECB
publiceert de groei van de kredietverlening aan bedrijven in de laatste
tabel van het maandelijkse persbericht ‘Monetary Developments in the Euro
Area”.
6.Uitzendwerk. Actuele gegevens over de Europese arbeidsmarkt zijn
nauwelijks voorhanden. Als het om banengroei of arbeidskosten gaat, loopt
Eurostat zo een maand of vier, vijf achter. Voor beste indicator van de
arbeidsmarkt moeten we daarom naar de uitzendbureaus. Voor Nederland,
bijvoorbeeld, berekent brancheorganisatie ABU maandelijks het aantal
gewerkte uren via uitzendbureaus. Een daling duidt op voorzichtige bedrijven
en een afkoelende economie.
7.Eurocoin. Doe alle mogelijke gegevens over het eurogebied in een
blender, druk op de knop, en de smoothie die ontstaat is een prima indicator
voor de economische toekomst. Dat menen in elk geval de samenstellers van de
Eurocoin-indicator van het Center for European Policy Research. De Eurocoin
verschijnt eens per maand.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl